Hoofdstuk 1
"Shela, hoe vaak moet ik het nou nog zeggen, niet met je handen in de prullenbak!", roep ik geïrriteerd. Shela steekt haar kleine handjes uit naar de prullenbak en snel grijp ik haar armpje vast. "Shela!", gil ik. Geschrokken kijk het kleine meisje me aan.
Ik trek haar weg van de prullenbak en til haar overeind. Lachend en gillend trekt ze aan mijn haren en ik zucht vermoeid. Soms is mijn kleine zusje zo irritant. "Laat mijn haar los..", sis ik. Shela kijkt me lachend aan en begint nog harder aan mijn haar te trekken.
Ik hou Shela met een arm vast en graai mijn mobieltje van het aanrecht. Ik druk het nummer van Bert en Mariah in.
"Bert Groen."
"Hoi, met Alina. Ik heb weer een oppas nodig", zeg ik. Shela trekt weer aan mijn haar. "Shela blijf af!"
"Oké, ik kom er aan", de standaard pieptoon klinkt door mijn mobiel.
"Bert Groen."
"Hoi, met Alina. Ik heb weer een oppas nodig", zeg ik. Shela trekt weer aan mijn haar. "Shela blijf af!"
"Oké, ik kom er aan", de standaard pieptoon klinkt door mijn mobiel.
Een minuut later gaat de deur open en komt Bert binnen. Bert is mijn buurman en oppas. Hij en Mariah hebben me heel erg goed gesteund toen mijn ouders zijn overleden. En ze willen altijd voor de kleine Shela zorgen als ik naar school moet.
"Dank je Bert. Dat je op wil passen. Shela's luier moet zo verschoond worden."
"Dank je Bert. Dat je op wil passen. Shela's luier moet zo verschoond worden."
"Geen probleem Alina, dat weet je. Ik doe het met alle plezier", zegt Bert met een glimlach. Bert is altijd positief en volgens mij ook gek op kinderen. Misschien omdat ze zelf nooit kinderen hebben gehad.
"Ik moet nu snel naar school", zeg ik en sla mijn armen om de oude man heen. "Veel succes en goede cijfers halen hè", is de standaard zin die Bert altijd zegt.
"Ik moet nu snel naar school", zeg ik en sla mijn armen om de oude man heen. "Veel succes en goede cijfers halen hè", is de standaard zin die Bert altijd zegt.
"Ja, voor jullie", lach ik terug en loop naar buiten. Ik sluit de deur achter me dicht. Ik loop het trappetje af, over het stenen pad en bij de weg stap ik in de bus. Ik kijk nog een keer achterom. Mijn huisje. Het was een heel werk om met leugens voor elkaar te krijgen dat ik hier mocht blijven wonen. Het is ook heel zwaar om in je eentje het hele huishouden te doen, maar ik was er aan gewend.
Met een onvoldoende voor wiskunde kom ik de school uit. Vandaag hoef ik niet in de supermarkt te werken vanwege een of andere staking. Ik stap weer in de schoolbus en ga alleen op een bankje zitten. Er is verder geen vriend die dezelfde kant op gaat als ik.
Thuis tref ik Bert en Shela aan op de grond. "Hoi!", roep ik en loop op Shela af. Ik til haar op en help Bert ook overeind. "Heel erg bedankt Bert", zeg ik. Hij glimlacht en knikt. "Geen dank Alina, dat weet je. Geen dank. Tot ziens!", hij loopt naar buiten en sluit de deur achter zich dicht. "Was het leuk met Bert?", vraag ik Shela. "Taa!", gilt ze als standaard antwoord.
Ik zet Shela in de kinderstoel en haal groenten uit de koelkast. Toen mijn ouders overleden waren moest ik ook opeens zelf gaan leren koken. En ik kan het nu nog steeds niet goed. Dus ik eet heel vaak salades en spaghetti. Dat kan ik wel koken.
Ik zet een klein bordje voor Shela neer en ga tegenover haar aan tafel zitten. "Eet smakelijk", zeg ik tegen Shela. "Eej maaluk", roept ze terug. Ik lach en begin aan de salade.
Ik til Shela uit haar stoel en trek haar haar pyjama aan. "Ga je lekker slapen, Shela?", ik laat haar zakken in het wiegje. Ze trekt aan mijn haar en begint te huilen. "Nana nie weg!", krijst ze. Ik slaak een zucht. 'Ik ben je mama niet, Shela', wil ik zeggen. Maar dat beseft ze toch niet. Ik begin een liedje te neuriën dat ik heb geleerd van mijn moeder. Al snel valt ze in slaap. Ik druk een kus op haar bolle hoofdje en verlaat te kamer.
Uitgeput begin ik maar aan mijn huiswerk nadat ik de borden heb afgewassen. Als we wat meer geld hadden was het een stuk makkelijker geweest. Maar dat is er niet dus moet ik alles met de hand doen. Zelfs de was moet ik in de wasserette doen. Gelukkig is die tegenover ons huis.
Als ik mijn huiswerk voor die dag af is trek ik mijn pyjama aan en laat me op bed vallen. Ik staar een tijdje naar de posters en kruip dan onder de dekens. Ik heb veel slaap nodig door de drukke dagen met Shela en school.
's Nachts hoor ik gestommel voor het huis. Ik open mijn ogen en kijk geschrokken om me heen. Dit gebeurt wel vaker. Ik heb het gevoel dat ik sinds de dood van mijn ouders gevolgd wordt. Misschien zijn het de geesten van mijn ouders die over me waken en me volgen. Ik weet niet of dat kan, want ik ken immers niemand anders die is overleden.
Ik hoor weer geluid en gooi de deken van me af. Ik stap uit bed en doorzoek mijn kamer. Onder mijn bureau, onder het bed. Er achter. Maar nergens is een spoor van een inbreker of iets anders. Mijn hart bonkt in mijn keel.
Zo zacht mogelijk doe ik de deur open en sluip de woonkamer in. In de keuken is gelukkig niemand. Ik verzamel al mijn moed en loop door richting de woonkamer.
Ik kijk om de hoek en wil schreeuwen dat de inbreker niet alleen is. Maar als ik de woonkamer in spring is er niemand. Het is stil en ik hoor alleen het gekraak van krekels in de bomen verder op. Opeens schiet me iets te binnen. Shela!
Ik storm naar de kamer van Shela en gooi de deur met een ruk open. Ik ren naar haar wiegje. Ze ligt er nog. Ik voel tranen stromen van de schrik en probeer zo geluidloos mogelijk te huilen. Niet huilen, Shela hoeft dit niet te weten. Ze is nog veel te klein.
Ik haal nog een keer diep adem. Te hard. Shela opent haar oogjes en begint te glimlachen. Ze krabbelt overeind en steekt haar handje uit. "Nana!", zegt ze met een schorre stem.
Ik til Shela uit haar wiegje en druk haar stevig tegen me aan. "Ach, kleine Shela", fluister ik zachtjes en druk een kusje op haar hoofd. Ik trek haar weer dicht tegen me aan. "Ik zal alles voor je doen Shela, alles om jou te beschermen..", fluister ik terwijl er een traan op haar armpje valt.