1.4 Met z'n twee
Binnen viel mijn oog meteen op de tv. En de de tafel die wel 4 stoelen had. het huis was nu zo groot en ruim! En van buiten zag het er zo knus en klein uit.
Daarna keek ik naar de keuken. Devin stonds daar te koken en zei niks. Eindelijk een grote keuken waar je kon afwassen. Ik kon niet wachten om de badkamer te zien.
"Wauw!", zei ik. Een nieuwe douche. Eindelijk. Niet meer dat kreng met koud water. Nu kon ik uren blijven staan.
De slaapkamer was nu in het rood geschilders. Met een wat oosterse plant. Het was super mooi. Maar toen ik in de woonkamer stond zag ik dat er nog een kamer was.
Het was nu nog leeg. Dat kon de babykamer worden! Voor in de toekomst. Dat betekende dat ik voorlopig niet hoefde te rekenen op een nieuw huis. Maar dit was groot zat.
"Wat vind je er van, liefje?", vroeg Devin. Ik omhelsde hem. "Het is super! Ik wil hier nooit meer weg!", zei ik. "Ik schrok me dood toen ik het huis zag. Maar ik wil ook nooit meer weg."
We aten samen aan de nieuwe tafel. We zeiden niks. En keken elkaar alleen maar af en toe aan. En we bleven om ons heen kijken.
"Ik ga zo even douchen!", zei Devin. "Ik was wel af.", ik liep naar de keuken met de borden. Ik had net te kraan aan gedraait toen er opeens een heel misselijk gevoel naar boven kwam. Ik rende naar de wc. Alles kwam er opnieuw weer uit. Devin stapte onder de douche vandaan. "Gaat het liefje?", vroeg hij bezorgt. "Blijf deze week maar thuis. Morgen in ieder geval. Kun je lekker uitrusten.", ik knikte.
Devin zei dat ik meteen naar bed moest gaan. Maar dat wist ik zelf ook wel. Midden in de nacht werd ik weer wakker. Ik bleef even liggen. Ik voelde een schokje in mijn buik. Ik stond op. Ik ging wil even een glas water drinken. Maar zodra ik stond voelde ik weer een schokje. Ik wist meteen wat het was. Ik was zwanger! Van een baby samen met Devin. Hij zou het geweldig vinden. Vanaf nu droeg ik negen maanden een leven met me mee.
's ochtends toen ik wakker werd was Devin al weg. Misschien moest hij iets doen voor zijn werk. Nu ik toch thuis was ging ik maar lezen voor mijn werk. Ieder schopje van mijn kindje voelde fantastisch. Het was geweldig om een kleine met je me te dragen.
Maar ik werd al snel weer moe. Ik moest heel veel slapen. Wist ik van mijn opleiding als arts. Ik wist ook wel hoe ik om moest gaan met de situatie als mijn vliezen waren gebroken. Ik hoopte dat Devin bij de bevalling kon zijn.
Ik werd wakker van Devin die de voordeur open deed. Ik stond snel op en kleedde me aan. Ik ging het hem vertellen. "Devin, wat zie je er mooi uit!", ik gaf hem een kus.
"Devin, ik heb geweldig nieuws.", zei ik. Hij keek me vragend aan. "Ik ben zwanger!", riep ik enthousiast.
"Sorry? W..ww... WAT? Je bent zwanger? No way! Ik ben nog helemaal niet klaar voor een baby!", zei hij. Ik stapte achter uit. Dit meende hij niet.
"Maar Devin, het is ons kind!", probeerde ik. "Echt niet! Ik wil geen baby. Nu niet. En nooit niet. In onze toekomst. Begrijp je?", zei hij.
"Ik ga hier direct weg! Ik hoef echt nog geen kind! Je zoek het maar uit met die baby! Succes.", zei hij. Dit was niet wat ik verwacht had. Zo was hij helemaal niet.
Ik rende naar de badkamer en kleedde me uit. Ik stapte onder de douche. Maar in de woonkamer hoorde ik Devin. Hij was alles aan het regelen om meteen te vertrekken.
En nog voor ik afscheid kon nemen was hij weg. Hij nam de auto mee. Gelukkig verder niks. Hoe kon hij het maken me zomaar te verlaten? We hadden al zo weinig geld. En dan nam hij ook nog een deel mee.
Huilend stond ik onder de douche. Ik liet het warme water over me heen stromen om me een beetje te kalmeren. Ik moest het weer zelf doen. Net nu ik dacht dat de toekomst geweldig zou worden.
Maar zodra ik uit de douche stapte moest ik weer huilen. Ik keek naar mijn buik. In ieder geval was ik nooit meer alleen.
Ik kookte weer voor mij alleen. Het was zo moeilijk te begrijpen dat je net nog van iemand hield. En nu iemand haatte.
Ik keek tijdens het eten alleen naar mijn bord. Ik wilde niet naar de plek kijken waar Devin hoorde te zitten.
Ik las een heel stuk in mijn boek, tot diep ik de nacht. Slapen kon ik toch niet. Maar ik moest wel slapen. Want het kleinte moest goed opgroeien.
2 maanden later
Mijn buik werd steeds dikker. En ik voelde ook steeds meer schopjes. Ik begon het gevoel van een moeder te krijgen. "Kleintje, over zeven maanden kan jij zien waar je woont. Maar ik laat je je vader niet zien."
5 maanden later
Mijn buik was al stevig gegroeit en over drie maanden was ik uitgerkend. Normaal zou Devin me een massage kunnen geven. Maar nu deed ik alles alleen. Ik was nog niet helemaal over Devin heen. Ik voelde nog steeds wat voor hem. Liefde en haat. Veel haat. Dat hij me zomaar in de steek heeft gelaten.
Daarom kwam vaak mijn baas op bezoek. Ze was mijn beste vriendin geworden in deze maanden. Ze hielp me heel goed om mijn probleem te verwerken en sprak me moed in.
Ze wilde net zo graag als ik weten hoe mijn kindje er uit zag. Ik zag haar eerst gewoon als mijn baas, maar ze qas mijn beste vriendin geworden. Mijn steun en toeverlaat.
Vaak bleef ze ook bij me eten. Haar lievelingsgerecht van sushi. Ze zou me ook gaan helpen als de kleine er was.
Ik wist niet wat het werd dus hebben we de kamer groen gemaakt. Het moest hier ruim en gezellig worden. En het is aardig gelukt. Vond ik.
Mijn baas was net naar huis toen ik voelde dat mijn vliezen gebroken waren. Ik schreeuwde het uit van de pijn. Ik kon niet alleen bevallen. Zelfs niet als arts. Ik moest naar het ziekenhuis.
Ik liep met mijn dikke buik naar het ziekenhuis. Tussen door had ik vreselijke krampen maar ik hield me in.
7 uur later stond ik weer buiten met een beeldschone jongen: Gino. Ik hield nu al van hem maar hij had zoveel weg van Devin. De huidskleur en de ogen.
Thuis gaf ik Gino meteen zijn eerste flesje. "Gino, ik vertel jou niks over je vader. Je groeit bij mij op.", fluisterde ik.
3 weken later
Gino was het liefste kind dat je kon wensen. Hij huilde bijna nooit. Ik knuffelde hem zo vaak. Want ik hield zo van hem. Hij was de enige die naar me luisterde en dan vrolijk terug brabbelde. Zo lief gezicht.
"Ja Gino. Je groeit snel hè.", zei ik en hield hem in de lucht. Gino lag helemaal dubbel van het lachen.
Maar naast Gino waren er nog andere dingen om te doen. Ik kon niet eeuwig alleen met Gino zijn.
Ik moest naar het zakenkantoor voor een opdracht. Ik kon er heel veel geld mee verdienen. En dat kon ik wel gebruiken voor Gino. Alles voor mijn zoon.
Ik kwam thuis met een grote som geld die we goed konden gebruiken. Ik pakte mijn zoontje en knuffelde hem eens stevig. "We hebben genoeg geld Gino, maak je maar geen zorgen.", zei ik terwijl ik uit het raam keek. Ik staarde een tijdje naar buiten.
Ik besefte dat er ook weer rekeningen op mij stonden te wachten. Die stapelde zich op. Helaas verloor ik meteen weer een deel van mijn puur verdiende centjes.
Ook de vaat stapelde zich op. Er begonnen zelfs vliegen om de borden heen te zwermen en het stonk vreselijk.
Ik wilde even weg uit deze stank en bedacht me dat Jun mijn zoontje nog niet eens had ontmoet. Mijn beste vriendin! Ik maakte me meteen klaar om te vertrekken.
Een tijdje later liep ik met Gino naar het station. Gino keek verbaast in het rond want ook hij kwam nu voor het eerst buiten. En voor het eerst met de metro.
De stad leek nu nog veel groter als je er door heen liep. De monumenten paste er precies bij en samen met Gino maakte ik een rondje door de stad. Op zoek naar Jun's huis.
Ik had het eindelijk gevonden en Jun liet me meteen binnen. We gingen met de lift. Ik zag dat Gino schrok van het rare gevoel en ik kon er wel om lachen.
"Junnieee!" "Sofietjuuuh!", riepen we als een stel pubers. Ze kwam op me af gerend en keek naar de kleine Gino. "Wat is hij mooi!", stamelde ze. Ze smolt zo te zien. Misschien was het omdat zij geen kinderen kon krijgen. "Ze lijkt wel op Devin..", mompelde ik. Jun knikte.
"Maar wat maakt dat uit.", onderbrak ik de stilte. "Mag ik wat warme melk voor Gino?", vroeg ik voorzichtig. Ik liep mee naar de keuken en gaf Jun de fles. Ze deed de warme melk in het flesje en gaf het terug. Ik voedde Gino en het smaakte hem goed. "Mag ik hem eens voeren?", vroeg Jun. Ik gaf Gino aan Jun.
We hadden nog een tijdje zitten kletsen maar ik moest al best vroeg naar huis. Gino's oogjes vielen bijna dicht van de slaap.
Thuis gaf ik Gino nog een knuffel en legde hem in zijn wiegje. Nog voor ik de kamer uit was was Gino al in dromenland.
In mijn eentje at ik de restjes van de sushi op die ik een paar dagen ervoor had gemaakt. Sushi was lekkerder dan ik vroeger altijd had gedacht. Maar toen lustte ik niets.
Vermoeid van de reis door het centrum stapte ik in bed. Ik wilde gaan slapen.
Ik doezelde net weg toen ik me iets bedacht. Ik was jarig!
Ik stond te juichen en te springen en ik voelde de tinteling vanuit mijn tenen komen. Overal om me heen zag ik glitters. Ik was nu een echte volwassene en moest na gaan denken over mijn toekomst. Die zag ik voor me met een prachtzoon.
De toekomst was anders dan ik een jaar geleden had gehoopt. Ik moest het alleen doen. Maar Gino was de liefste zoon van de hele wereld dus ik hoefde me geen zorgen te maken om hem.
's ochtends stond ik op tijd op om een ontbijtje te bereiden. Dit was ena mijn laatste vrije dag. En ik kon zelfs al weer diens krijgen.
Ik had wel zin om weer te werken. Eindelijk afleiding. Ik zou een goede oppas zoeken voor Gino. De beste van de stad. Als hij maar niet te duur was.
Eerst ging ik nog lezen voor mijn werk. Over inzicht natuurlijk. Eindelijk ging het niet meer over de regels maar over tacktieken. Dat was veel leuker.
Na een tijdje lezen stak ik nog veel tijd in Gino. Ik speelde met hem en voedde hem.
Maar ik ging weer niet te laat naar bed want ik moest weer in het ritme komen van het vroegge opstaan.
Toen ik de boel wilde afwassen begaf de vaatwasser het. Ik schreeuwde en stampvoette maar ik besefte dat daar de kraan niet van heelde. Het was tenslotte geen magische film waar ik in speelde.
Ik had al een soort van dienst gekregen. Ik moest een experimentele test doen door een hele grote pil door te slikken.
Ik wist niet hoe ik het deed maar ik propte hem in mijn mond en slikte hem door.
Ik ging naar de keuken maar opeens kreeg ik een raar gevoel in mijn hoofd. Alles begon te draaien.
Ik verloor mijn evenwicht en viel achterover. Wat was er aan de hand? Ging ik dood?
Ik voel op de grond en alles werd even zwart voor mijn ogen. Gelukkig maar een minuut. Ik was me dood geschrokken en mijn hart klopte in mijn keel. Geen experimentele behandelingen meer.