5.1 Goede beslissing
"Ja, mam. Ik weet het hartstikke zeker!", zeg ik voor de zoveelste keer. Ik kijk naar haar ernstige gezicht en slaak een onhoorbare zucht. Mijn moeder is zo vreselijk bezorgd.
"Ik ben gewoon zo bang dat het tegenvalt voor je", zegt ze. "Je weet dat dit mijn passie is, toch?"
"Ja, al van kinds af aan", knikt ze bevestigend. Ik glimlach en denk terug aan mijn jeugd. Mijn jonge jeugd. Daarna is er niks waar ik een glimlach voor kan gebruiken.
"Ik ben gewoon zo bang dat het tegenvalt voor je", zegt ze. "Je weet dat dit mijn passie is, toch?"
"Ja, al van kinds af aan", knikt ze bevestigend. Ik glimlach en denk terug aan mijn jeugd. Mijn jonge jeugd. Daarna is er niks waar ik een glimlach voor kan gebruiken.
Die vakantie naar Champ Les Sims was de eerste en meteen ook de laatste vakantie met ons hele gezin. Mijn ouders hebben het inderdaad geprobeerd, maar het werkte niet. Het was beter als ze uit elkaar gingen, want wat zij deden was alleen maar slecht voor Alex en mij. Mijn vader is verhuist, naar de buren weliswaar. Mam wil niet over de buren praten. Vooral niet over Nina.
Ik draai me om en ga op mijn rug liggen.
"Muziek is gewoon waar ik van hou", zeg ik.
"Ik weet het, maar misschien is dit wel te zwaar voor je. Misschien zijn ze wel helemaal niet aardig. Je zit maar met vier andere tieners opgescheept, hè", mijn moeder is een volhouder, dat blijkt uit alles. Papa en mama hebben veel onenigheid gehad over wie het huis houdt en mama heeft het gekregen.
"Muziek is gewoon waar ik van hou", zeg ik.
"Ik weet het, maar misschien is dit wel te zwaar voor je. Misschien zijn ze wel helemaal niet aardig. Je zit maar met vier andere tieners opgescheept, hè", mijn moeder is een volhouder, dat blijkt uit alles. Papa en mama hebben veel onenigheid gehad over wie het huis houdt en mama heeft het gekregen.
"Vertrouw me, mam. Dit wordt de mooiste tijd van mijn leven. Ik weet het zeker!", zeg ik vol zelfvertrouwen. En dat gaat het worden. Ik zag de vacature op internet en ik was meteen verkocht. Toen ik las dat het ook nog eens hier in Appaloosa Plains ligt, begon ik te gillen. Ik schreef me in en werd uitgekozen voor een gesprek. Ze lieten me toe en een maand later zou ik opgehaald worden, en dat is morgen.
"Oh, mam. Ik heb er zo veel zin in!", roep ik. Als ik aan morgen denk krijg ik kriebels in mijn buik. Nog meer dan de keren dat ik verliefd ben geweest.
"Ik heb je wel door. Ik kan je toch niet meer tegen houden", zegt ze met een beteuterd gezicht. Ik voel een steek van medelijden. Straks woont ze hier alleen nog maar met Alex. "Nee hoor, ik ben hartstikke blij voor je", mij moeder springt overeind en trekt me van bed.
"Ik heb je wel door. Ik kan je toch niet meer tegen houden", zegt ze met een beteuterd gezicht. Ik voel een steek van medelijden. Straks woont ze hier alleen nog maar met Alex. "Nee hoor, ik ben hartstikke blij voor je", mij moeder springt overeind en trekt me van bed.
"Dit wordt je laatste nachtje in deze kamer", zegt ze met een brok in haar keel.
"Oh, mam. Niet gaan huilen. Ik zal je heel vaak bellen!", probeer ik haar gerust te stellen. Ze glimlacht.
"Het is zo moeilijk om je dochter los te laten.."
"Mam, ik hou nog altijd het meest van jou hoor. Dat zal altijd zo blijven. Ook als ik straks niet meer hier woon", ik druk een kus op haar wang.
"Oh, mam. Niet gaan huilen. Ik zal je heel vaak bellen!", probeer ik haar gerust te stellen. Ze glimlacht.
"Het is zo moeilijk om je dochter los te laten.."
"Mam, ik hou nog altijd het meest van jou hoor. Dat zal altijd zo blijven. Ook als ik straks niet meer hier woon", ik druk een kus op haar wang.
De volgende middag staat er al vroeg iemand van de Temple Muziekacademie voor de deur. Mijn moeder doet open en begroet te vrouw vriendelijk.
"Een goede morgen. Bent U de moeder van Robbin Visser?"
"Ja, dat ben ik. Kom binnen!", antwoord mijn moeder. De vrouw volgt mijn moeder naar binnen en ik hoor ze om gedempte toon tegen elkaar praten. Ik lig al de hele dag misselijk van de zenuwen in mijn bed. Snel hijs ik me in mijn jurk en hinkel naar de woonkamer terwijl ik mijn hak aantrek.
"Een goede morgen. Bent U de moeder van Robbin Visser?"
"Ja, dat ben ik. Kom binnen!", antwoord mijn moeder. De vrouw volgt mijn moeder naar binnen en ik hoor ze om gedempte toon tegen elkaar praten. Ik lig al de hele dag misselijk van de zenuwen in mijn bed. Snel hijs ik me in mijn jurk en hinkel naar de woonkamer terwijl ik mijn hak aantrek.
"Hallo, ik ben Robbin Visser", zeg ik en steek mijn hand uit naar de vreemde vrouw. Ze draagt een blauw uniform dat ik ook op één van de foto's op de website heb gezien.
"Hallo Robbin. Ik ben Mirna en ik zal je de eerste dagen begeleiden op de academie. Heb je er zin in?", zegt ze. Het klinkt oprecht belangstellend. Alex komt ook zijn kamer uit en kijkt me veelbetekenend aan. Ik knik naar Mirna. Ze rijd de koffer die voor de deur staat naar buiten en snel neem ik afscheid van mijn familie. "We spreken elkaar nog!"
"Hallo Robbin. Ik ben Mirna en ik zal je de eerste dagen begeleiden op de academie. Heb je er zin in?", zegt ze. Het klinkt oprecht belangstellend. Alex komt ook zijn kamer uit en kijkt me veelbetekenend aan. Ik knik naar Mirna. Ze rijd de koffer die voor de deur staat naar buiten en snel neem ik afscheid van mijn familie. "We spreken elkaar nog!"
Als ik achter Mirna aan naar de auto loop, vang ik een glimp op van mijn vader. Hij komt net in zijn hardloop kleding zijn huis uit. Ik zwaai naar hem en hij zwaait terug. Dan ziet hij de koffer die Mirna meesleept en komt naar me toe.
"Ik wist niet dat je vandaag al zou vertrekken?", zegt hij verbaast.
"Nou, dat ga ik dus wel pap. Ik zal je binnenkort bellen. En jullie ook!", roep ik naar Alex en mijn moeder. Mijn ouders kijken elkaar lachend aan, voor het eerst sinds vier jaar. Ze zijn blij voor me. Ik stap de auto in en zwaai naar ze tot we de bocht om zijn.
"Ik wist niet dat je vandaag al zou vertrekken?", zegt hij verbaast.
"Nou, dat ga ik dus wel pap. Ik zal je binnenkort bellen. En jullie ook!", roep ik naar Alex en mijn moeder. Mijn ouders kijken elkaar lachend aan, voor het eerst sinds vier jaar. Ze zijn blij voor me. Ik stap de auto in en zwaai naar ze tot we de bocht om zijn.
"Dit is het dan, de academie!", zegt Mirna. Ik stap uit en kijk naar het grote gebouw. Ik ben hier al één keer eerder geweest, voor het gesprek. Maar toen was het nog niet af en heb ik alleen het kantoor af kunnen zien. Achter het hek staat een man met bruin haar, die ik al wel eens heb zien lopen, die ene keer.
"Hallo Robbin. Welkom op de academie. Ik ben Sjaak, je docent. Van mij zul je muziekles krijgen. En de gewone lessen volg je ook bij mij."
"Hallo Robbin. Welkom op de academie. Ik ben Sjaak, je docent. Van mij zul je muziekles krijgen. En de gewone lessen volg je ook bij mij."
Het hek gaat open en ik stap naar binnen. Sjaak schudt me de hand en zegt dat ik naar binnen moet gaan. Ik knik vriendelijk en loop naar de deur. Voor de deur is een pleintje met een aantal picknick tafels en een fontein in het midden. Alles ziet er zo verzorgt uit. Alles hier is van goede kwaliteit, het is één van de duurste academies van het hele land.
Door een halletje kom ik een grote zaal in. In het midden staat een grote vleugel. Bewondert kijkt ik naar de zwarte piano. Vervolgens kijk ik omhoog en zie dat ik tot het dak kan kijken. Op de eerste verdieping zie ik een meisje met vlechtjes en een paarse bril naar me kijken. Als ze ziet dat ik terug kijk draait ze zich snel om en loopt haastig weg. Ik haal mijn schouders op en loop naar de vleugel. Ik laat mijn vingers over de toetsen glijden en kijk naar de deuren die ik zie. Welke moet ik kiezen?
Ik besluit de middelste te nemen en volg de trap naar boven. Achter de deur links is het pianolokaal. Daar ga ik les krijgen. Ik neem de volgende deur en kom uit in een grote, ja hoe moet ik het noemen, zaal. Ik ga op de plek waar dat meisje net stond staan en kijk rustig rond. Tegenover me staan een aantal bureaus. Sommigen met computers en anderen alleen met een lamp. Na een tijdje te kijken besluit ik mijn kamer te zoeken. En die heb ik snel gevonden, want met een bordje staat er op één van de deuren Robbin geschreven.
Ik loop de kamer in een slaak een klein gilletje. Het is helemaal roze, mijn lievelingskleur. Ik laat me op bed vallen en kijk rond. Ik ben er, ik ben eindelijk op de academie. En de komende vier jaar ga ik hier verblijven. Samen met vier andere tieners. Ik ben benieuwd hoe ze eruit zien, wat ze spelen en waar ze nu zijn. Straks zal ik eens bij de anderen langs gaan. Maar nu even hier rustig rond kijken.
Ik wrijf met mijn hand over het dekbed. Het behang op de muur heb ik zelf uitgekozen. Net als de rest van de meubels. Maar er is iets dat ik niet herken, de rugzak. Ik kom overeind en ga op de stoel zitten met de rugzak op mijn schoot. Ik haal er een fotolijstje en een dagboek uit.
"Wat moet ik hiermee?", mompel ik.
"Daar kun je een foto van je familie in doen", zegt een stem die ik nog niet eerder gehoord heb. "Sorry, ik ben Thijs."
"Wat moet ik hiermee?", mompel ik.
"Daar kun je een foto van je familie in doen", zegt een stem die ik nog niet eerder gehoord heb. "Sorry, ik ben Thijs."